Steeds meer gemeenten passen gedifferentieerde tarieven toe in het huishoudelijk afvalbeheer. In 2020 paste 48 procent van de Nederlandse gemeenten een vorm van diftar toe. In 2003 was dit nog 27 procent van de gemeenten. Diftar wordt onder meer ingezet om te kunnen voldoen aan VANG (Van Afval Naar Grondstof)-doelstellingen. Hierin is bepaald dat een inwoner in 2020 gemiddeld 100 kilo restafval mocht produceren. In 2025 moet dat zijn gedaald naar 30 kilo per persoon. Toch blijkt ‘diftar’ niet altijd een gepast instrument voor het behalen van de VANG-ambities en beheersbare kosten in het afvalbeheer. Dat concludeert IPR Normag in een onderzoek waarbij het keek naar de effecten van diftar op zaken als afvalscheiding, afvalstoffenheffing, openbare ruimte (zwerfafval) en kwaliteit van deelstromen. Het onderzoeksbureau voerde het onderzoek naar voor- en nadelen van diftar uit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Het moet gemeenten helpen de discussie rondom diftar zo veel mogelijk te kunnen voeren op basis van feiten. Uit het onderzoek blijkt dat de invoering van diftar leidt tot minder restafval. In gemeenten met een diftarsysteem worden ook meer grondstoffen aan de bron gescheiden. Diftargemeenten hebben doorgaans naast minder restafval, gemiddeld gezien ook een lagere afvalstoffenheffing. Daarbovenop betalen ze voor iedere keer dat ze restafval inleveren. Wie veel restafval aanbiedt, is duurder uit. De vervuiler betaalt, is de achterliggende gedachte. Lees meer op iprnrmag.nl.
Omstreden systeem
Het diftar-afvalsysteem omstreden. De diftar-succesfactoren zijn maar een deel van het verhaal. Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat juist in diftar-gemeenten de afvalstromen vervuild zijn. Vooral diftar-gemeenten die de grijze container aan huis hebben ingeruild voor een ondergrondse container scoren slecht. De burger gooit het restafval, waarvoor hij moet betalen bijvoorbeeld in de pmd-bak, of bij het oudpapier. Dat inwoners de moeite moeten nemen om met een zak door hun wijk naar een container te lopen, maakt dat ze juist minder in de restafvalzak doen. Welk afval nu precies in welke bak moet, is vaak een lastige opgave. Dat blijkt ook uit een digitale enquête van de Stentor, waaraan ruim 2000 mensen meededen. Lees meer in een artikel op destentor.nl. Deelnemers uit diftar-gemeenten geven aan dat zij vaak helemaal niet weten welk afval waar hoort. Ze gooien het maar zo in een container. Zo kan het dat vervuilde pizzadozen bij het oudpapierbelanden, terwijl dat niet de bedoeling is. Het is voor hun inwoners veel te moeilijk en onduidelijk wat waar hoort. De verschillende afvalbakken leiden daarbij tot containerstress bij de burger. En in hoogbouw is het ingewikkelder om afval goed te scheiden. Worden deze burgers financieel benadeeld met diftar? Is dat eerlijk? Sommige steden schaffen diftar alweer af. Raymond Gradus, hoogleraar bestuur en economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en expert in afvalbeleid: ‘In een plattelandsgemeente met gemotiveerde burgers zou diftar misschien kunnen werken, in de stad beslist niet.’
Focus op kwantiteit
De vervuilde afvalstromen zijn ook Hester Klein Lankhorst bekend. De algemeen directeur van het Afvalfonds Verpakkingen: ‘Wij zeggen niet dat diftar niet werkt. We zien soms echt goede resultaten, maar dat is inderdaad lang niet altijd zo’. Ze ziet dat te veel focus op alleen het terugdringen van restafval niet effectief is. Zeker als restafval te weinig wordt opgehaald of moet worden weggebracht naar ondergrondse containers, werkt dat vervuiling in de hand. Over het geheel kan volgens IPR Normag worden gesteld dat de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde grondstoffenstroom niet wezenlijk afwijkt in gemeenten met en zonder diftar. Daar valt dus over te discussiëren.
Volgens Raymond Gradus gaan veel diftar-gemeenten te ver in hun drang om het restafval terug te dringen. De VANG-doelstellingen, waarbij de focus volledig ligt op het minderen van de hoeveelheid restafval, zijn in zijn ogen achterhaald. ‘Dat werkt niet meer. Het is doorgeslagen, niet haalbaar en vanuit milieuoogpunt niet wenselijk. De aandacht moet veel meer gericht zijn op de kwaliteit van de afvalstromen die gescheiden worden. Pas als die in orde zijn, is dat afval ook daadwerkelijk herbruikbaar. Dát is pas goed voor het milieu. Laat mensen hun papier, glas en textiel zelf scheiden, dat gaat al jaren prima. Maar doe het plastic gewoon bij het restafval en laat de machine zijn werk doen.’
Kwaliteit oudpapier
In het oudpapier en -karton is volgens het onderzoeksbureau iets meer vervuiling te zien in diftar-gemeenten. Uit het meest recente Vervuilingsonderzoek van PRN blijkt dat de vervuiling van het oudpapier jaarlijks toeneemt. Er is sprake van een trend. Probleem van die vervuiling is dat vocht en vet ook het overige papier in de papierbak aantast. De negatieve gevolgen van vervuiling zijn dus groot bij oudpapier.
Wat te doen? Kijk per materiaal naar de beste oplossing om een zo hoog mogelijk kwaliteit van de afvalstroom te realiseren. Gradus: ‘Mijn oproep aan gemeenten zou zijn: maak het gemakkelijker voor jullie inwoners, niet moeilijker. Laat mensen hun papier, glas en textiel zelf scheiden, dat gaat al jaren prima.’ Scheiding aan de bron en de burger goed informeren dat hij/zij alleen schoon en droog papier bij het oudpapier mag gooien, daarvoor heet PRN kort geleden de Scheidingswijzer Papier en Karton gelanceerd.