De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een tool gepresenteerd waarmee gemeenten het milieueffect van de eventuele invoering van de ja/ja-sticker kunnen berekenen.
In Amsterdam, Tilburg en Utrecht is de ‘ja’-sticker inmiddels ingevoerd. Respectievelijk 20 procent, 34 procent en 22 procent van de huishoudens heeft daar zo’n sticker op de brievenbus geplakt. Het KVGO voert namens de branche een juridische strijd tegen de invoering van dit opt-in beleid. Het KVGO was betrokken bij de totstandkoming van deze Milieu-impacttool Ja/Ja-sticker’. Dat betekent niet dat het KVGO zich neerlegt bij de ja/ja-sticker. Directeur Bram ter Beek: ‘Integendeel! De sticker is onwenselijk en onnodig. Daarbij komt: de principiële, juridische kwestie, de vraag of een gemeente de bevoegdheid heeft om de sticker in te voeren, ligt nog steeds voor bij de Hoge Raad.’
Voor de invoering van de ja/ja sticker is geen landelijk beleid. Het blijft een lokale aangelegenheid. Een stad als Apeldoorn voert de sticker bijvoorbeeld uitdrukkelijk niet in. Met de Milieu-impacttool Ja/Ja-sticker’ kunnen gemeenten een eigen afweging maken. De tool is gemaakt oor adviesbureau Rebel in Rotterdam. Gemeente kunnen de bestaande lokale situatie vergelijken met een aantal mogelijke scenario’s. Zo wordt het effect duidelijk van het optimaliseren van het huidige systeem, van de invoering van een ja-sticker voor alleen reclamedrukwerk, of van de omschakeling naar een volledige opt-in voor folders en huis-aan-huisbladen. Het milieu-effect wordt uitgedrukt in besparingen op materiaalgebruik, energiegebruik, watergebruik en CO2-emissies.
PRN beperkt zich tot een oordeel over het hergebruik van gelezen folders. 89% van het op de markt gebrachte papier, waaronder folders en huis-aan-huisbladen, wordt ingezameld en hergebruikt. Als folders niet worden gelezen, hoeven ze niet te worden gemaakt, maar ze zijn gelezen of niet gelezen grondstof voor nieuw papier en karton.