Het Nederlands huishoudelijk restafval bestond in 2018 voor 31 procent uit gft en ondefinieerbare rest, voor 19 procent uit papieren karton en voor 13 procent uit plastic. Dat blijkt uit de publicatie Samenstelling van het huishoudelijk restafval van
Rijkswaterstaat. De cijfers laten geen grote verandering zien ten opzichte van de jaren daarvoor.
Wat betreft oudpapier en -karton is de aanwezigheid in het restafval jammer, want de houtvezels van dat afval kunnen vaak prima worden gebruikt voor het maken van nieuw papier en karton. Nederland doet het geweldig op het vlak van papierrecycling, maar het kan dus nog beter. Veel oudpapier belandt niet waar het hoort: de oudpapierbak. Maar ook in die bak is ruimte voor verbetering. De vervuiling van het oudpapier in de papierbak neemt namelijk toe. Er is sprake van een duidelijk groei van afval dat niet bij het oudpapier hoort: laminaten, vetresten etc.
De monitoring van de inhoud van de restafvalzak levert nuttige informatie op voor beleidsmakers. Net als het PRN-onderzoek Productvreemde vervuiling in huishoudelijk papier 2019 biedt de monitor inzicht in knelpunten en kan worden bepaald hoe de communicatie richting burger kan worden aangepast om zo de recycling van materialen te optimaliseren.